Op zondagochtend om acht uur vertrekken we met alle drie
boten uit Leeuwarden. Voor ons liggen nog twee steden:
Sneek en IJlst. Hierna gaan we terug naar Heeg om de boot in te leveren. De
wind is ZW4, draaiend naar WZW. Daar hopen we dan maar op, want de hele weg
kruisen wordt een probleem. Voor de
zekerheid zijn we vroeg vertrokken.
We motoren Leeuwarden uit langs een industriegebied, zo
ongeveer het lelijkste deel van de reis. Alle bruggen zijn nog niet bediend, maar met gestreken mast kunnen
we overal onder door. Even buiten Leeuwarden draaien we rechtsaf naar Sneek en
zetten we de mast en het zeil. De route telt vandaag erg veel bruggen, maar
geen enkele waar we niet met gestreken mast onderdoor kunnen.
Vertrek uit Leeuwarden |
Nadat we het zeil hebben gehesen blijkt vaarroute halverwind
te zijn, dus bezeild. Dat valt niet tegen.
We genieten van het uitzicht,
terwijl Mariette als toeristische gids wat details vertelt over de plaatsjes op
de route. We komen onder andere langs Jorwerd, waar Geert Mak zijn bekende boek
schreef.
Helaas slingert de vaarweg in ons nadeel, waardoor kleine stukjes
opkruisen niet te vermijden zijn. Willem
en Wilbert blinken uit in het halen van hoekjes, waarbij Wilbert zelfs eenmaal
gewoon door het hoekje heen vaart. Zo gaat het allemaal best snel.
Bij Dillesyl proberen we voor het eerst de mast te strijken
met tuig en al. Dat gaat verrassend soepel en we halen de andere boot, die op
ons voorlag, makkelijk in. Onder de brug groet een man ons. Hij is blijkbaar
ook een zeiler, want hij roept “Veel te vroeg gestreken jongens”, terwijl wij
inderdaad nog wat dobberen. Hij
waarschuwt dat er even verderop een nieuwe brug, die nog niet op de kaart
staat. We bedanken hem voor de tip en varen verder.
Het landschap tussen Leeuwarden en Sneek |
Na de brug zetten wij het hele tuig. Dit gaat wel zwaar,
maar niet zwaarder dan het zetten van een gewone aluminium mast. Dat valt weer niet tegen en we besluiten het
later op de dag nog een paar keer te proberen.
Vlak voor Scharnegoutum buigt de vaarweg af naar het west-zuidwesten,
waardoor we de wind pal tegen hebben. Wij laten ons daardoor niet uit het veld
slaan en kruisen het slootje op. De sloot is wel erg lang (‘Na die boom buigt
de vaarweg af. Oh nee. Toch niet’), maar toch gaat het kruisen dankzij de
stevige wind aardig snel. Bij het spoor buigt de vaarweg weer naar het zuiden,
waardoor de halverwind verder kunnen. Helaas worden we hier beloond met een
flinke luwte dankzij de bomen en nieuwbouwhuizen van Scharnegoutum, en wederom
veel bruggen.
Tussen Leeuwarden en Sneek |
Na een paar bruggen zetten we de motor aan en varen we Sneek
binnen. Vlakbij de Pasveerbrug houdt de motor er alweer mee op. ‘Hmm, die
mengsmering was dus toch niet het probleem’, denkt Willem. Maar een snelle blik
op de interne tank geeft uitsluitsel: de benzine is weer eens op. We tanken bij
en varen verder Sneek in.
“Willen jullie naar
het centrum? Die brug daar is te laag”, roept een visser ons toe, als we de Zwettebrug
naderen. Maar aangezien het een bediende brug is volgens de kaart, varen we
toch door. Het lijkt echter verdacht stil bij de brug en Wilbert checkt zijn
watersportapp. ‘Brugbediening op afroep, aan te vragen tijdens kantorenuren
tussen 9 en 12 uur.’ En het is zondag,
dus geen bediening vandaag.
Mariette kijkt op de kaart en er blijkt een route via de
oostkant van Sneek te zijn die wel bevaarbaar is. We draaien om, hijsen het
zeil weer even (want nu gaan we voor de wind), groeten de visser weer (goh, wat
voelen wij ons stom) en komen de andere boot tegen, die we de tip meegeven om
via de Pasveerbrug te varen. Er staat een lage elektriciteitsleiding op de
kaart, en gelukkig heeft de gemeente Sneek ook een kunstwerk aangebracht om te
voorkomen dat mensen ertegen aan varen.
We zeilen een stukje verder, tot we rechtsaf de Nije Griendykbregge
tegenkomen. De andere boot ziet een tegenligger en neemt het rechtergat, maar
botst tegen een drempel op. Toch maar even wachten dus. We varen verder zonder problemen Sneek binnen,
langs villawijken en een oud sluisje dat gewoon openstaat.
We komen uit bij de Oppenhuizerbrug. De brugwachter verwijst
ons naar het linkergat, wat ons wat laag lijkt. We halen onze mik er maar uit
en jawel, het kan! Het is inmiddels 13.00 uur en iedereen heeft best trek. Omdat
we nog zoveel tijd over hebben gaan we met de groep lekker lunchen en scoren we
een stempel in het café.
De Oppenhuizerbrug in Sneek is lager dan we dachten |
Zo rond half twee vertrekken wij weer naar de allerlaatste
stad: IJlst. Samen met Sloten de kleinste stad van de route en Mariettes
favoriete plekje om ooit nog eens te wonen. We kruisen een heel stuk op, met de komst van
het nieuwe aquaduct varen we lekker door. Vlak voor de brug komt er luwte en
zetten we even het motortje aan. Voor de laatste keer leggen we na de brug aan
om een stempel te halen, dit keer bij het café ‘Het wapen van IJlst.’ Om 15 uur toont Willem trots zijn volle
stempelkaart: het is gelukt, we hebben alle elf steden aangedaan!
De volle stempelkaart van Willem, een uniek exemplaar. |
Na IJlst voegt de andere boot zich weer bij ons en we doen
een wedstrijdje naar de brug. Omdat wij 3 man aan boord hebben en zij vijf,
lopen wij langzaam op. Als zij vlak voor Heeg vervolgens nog even vastlopen,
zijn wij helemaal op kop. Maar waar twee
honden vechten om een been, gaat de derde ermee heen: de derde boot heeft een
binnendoorroute genomen naar de jachthaven en omdat daar, in tegenstelling tot
wat op de kaart stond, geen bruggetje was, zijn zij als eerste in de
jachthaven.
Het is 16 uur en de tocht is volbracht. Meer dan 200 km,
meer dan 90 vaste bruggen. We voelen ons helden. De Helden van 2013.